Ga naar de inhoud

Motto 37

Leiders van het volk ervan bewust maken dat zij dienstbaar moeten zijn aan het volk; zuivere rechtspraak onderhouden, geen onrecht toestaan


Dit motto is gebaseerd op onder meer de volgende bijbelverzen:

“Maar Jezus riep hen bij Zich en zei tegen hen: U weet dat zij die geacht worden leiders te zijn van de volken, heerschappij over hen voeren, en dat hun groten macht over hen uitoefenen.
Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u belangrijk wil worden, die moet uw dienaar zijn.”, volgens Markus 10:42-43, HSV.

“(…) een volksgenoot moet u als koning over u aanstellen, geen vreemdeling of iemand die niet tot uw volk behoort.
Zodra hij bezit heeft genomen van de troon moet hij voor zichzelf op een boekrol een afschrift laten maken van deze Wet, die bij de Levitische priesters in bewaring is. Hij moet die rol bij zich houden en er alle dagen van zijn leven in lezen, zodat hij ontzag leert hebben voor de HEER zijn God en alle bepalingen van deze Wet en alle voorschriften stipt onderhoudt. Dan zal hij zich niet verheven achten boven zijn broeders en zal hij naar rechts noch links van de geboden afwijken (…)”: Deuteronomium 17:15, 18-20, WV.

“U mag het recht niet buigen. U mag niet partijdig zijn en geen geschenk aannemen, want een geschenk verblindt de ogen van wijzen en verdraait de woorden van rechtvaardigen.
Gerechtigheid, gerechtigheid moet u najagen (…)”: Deuteronomium 16:19-20, HSV.

“Hoe lang nog spreken jullie recht ten bate van onrecht?
Hoe lang nog trekken jullie de schuldigen voor?
Doe recht aan armen en wezen;
onderdrukten en misdeelden, spreek hen vrij;
laat iedereen gaan die rechteloos is en berooid,
bevrijd hen uit de greep van schurken.”: Psalm 82: 2-4, WV.

De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart, en de slechte mens brengt het slechte voort uit de slechte schat van zijn hart, want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond.”, volgens Lukas 6: 45, HSV.

“Niets is zo onbetrouwbaar als het hart,
onverbeterlijk is het, wie kan het peilen?
Ik, de HEER, doorgrond hart en nieren,
Ik beoordeel iedereen naar zijn daden,
naar de vrucht van zijn werk.”: Jeremia 17: 9-10, WV.

“Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen.”: Spreuken 28:13, HSV.