In de Veertigdagentijd ons voorbereiden op Pasen; meer bidden, meer vasten en meer weldoen
Dit motto is gebaseerd op onder meer de volgende bijbelverzen:
Bidden
“(…) Grote drommen mensen stroomden samen om Hem te horen en hun ziekten te laten genezen. Maar Hij trok zich telkens terug in de eenzaamheid om te bidden.”, volgens Lucas 5: 15-16, WV.
“Het gebeurde in die dagen dat Hij naar buiten ging, naar de berg, om te bidden; en Hij bleef heel de nacht in gebed tot God. En toen het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen bij Zich en koos er twaalf van hen uit, die Hij ook apostelen noemde:”, volgens Lukas 6: 12-13, HSV.
“Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden.”, volgens Mattheüs 6: 6, HSV.
Bidden, vasten
“Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht om door de duivel op de proef gesteld te worden. Na veertig dagen en veertig nachten vasten kreeg Hij tenslotte honger. De beproever kwam naar Hem toe (…) Toen zei Jezus hem: ‘Ga weg, satan. Want er staat geschreven: De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.’ Toen liet de duivel Hem met rust (…)”, volgens Matteüs 4: 1-11, WV.
“Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht (…) opdat het bij de mensen niet opvalt dat je vast, maar wel bij je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je lonen.”, volgens Matteüs 6: 16-18, WV.
Vasten, weldoen
“(… ) Op de dag dat u vast zoekt u nog uw voordeel (…) Is dít niet het vasten zoals Ik het verkies: boosaardige boeien losmaken, de banden van het juk losmaken, de onderdrukten hun vrijheid hergeven, en alle jukken doorbreken?
Is vasten niet dit: uw brood delen met wie honger heeft; arme zwervers opnemen in uw huis; een naakte kleden die u ziet en u niet onttrekken aan de zorg voor uw broeder?”: Jesaja 58: 3-7, WV.
“Wees op uw hoede dat u uw liefdegave niet geeft in tegenwoordigheid van de mensen om door hen gezien te worden (…) Wanneer u dan een liefdegave geeft, laat het niet voor u uitbazuinen (…) Maar als u een liefdegave geeft, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet”, volgens Mattheüs 6: 1-3, HSV.