Ga naar de inhoud

Motto 15

Dankzij Gods genade door Jezus Christus, voor allen een kans op eeuwig leven; vertel het aan anderen (een gedachte voor Pinksteren)


Dit motto is gebaseerd op onder meer de volgende bijbelverzen:

“Jezus nu riep en zei: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Míj maar in Hem Die Mij gezonden heeft (…) Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, Hijzelf heeft Mij een gebod gegeven wat Ik zeggen en wat Ik spreken moet. En Ik weet dat Zijn gebod eeuwig leven is. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zoals de Vader Mij gezegd heeft.”, volgens Johannes 12: 44-50, HSV.

“Als jullie Mij liefhebben, zul je ter harte nemen wat Ik jullie opdraag. En Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die voor altijd met jullie zal zijn, de Geest van de waarheid (…) De Helper die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, zijn heilige Geest, zal jullie verder in alles onderrichten: Hij zal jullie alles laten begrijpen wat Ik jullie gezegd heb.”, volgens Johannes 14: 15-26, WV.

“Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei:  Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen (…)”, volgens Mattheüs 28: 18-20, HSV.

“Het zal in het laatste der dagen geschieden dat  de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want  uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen (…)”: Jesaja 2: 2-4, HSV.

“Laat de vreemdeling die zich bij de HEERE gevoegd heeft, niet zeggen: De HEERE heeft mij geheel en al van Zijn volk gescheiden (…) Want zo zegt de HEERE (…)  Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken.”: Jesaja 56: 3-7, HSV.

“Petrus was nog aan het woord toen de heilige Geest neerdaalde op allen die naar zijn toespraak luisterden. De besneden gelovigen die met Petrus meegekomen waren, stonden versteld, omdat de gave van de heilige Geest ook over de heidenen was uitgegoten; want zij hoorden hen in talen spreken en God verheerlijken. Daarop zei Petrus: ‘Niemand kan toch het doopwater weigeren aan deze mensen, die evenals wij de heilige Geest ontvangen hebben?’ Hij gaf opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus (…)”: Handelingen van de apostelen 10: 44-48, WV.