Al verkeren we in twijfel over Hem en of dat we het goede doen, Hij is met ons
Dit motto is gebaseerd op onder meer de volgende bijbelverzen:
“Meteen zei Jezus: ‘Rustig maar, Ik ben het. Wees niet bang.’ Petrus gaf Hem ten antwoord: ‘Heer, als U het bent, laat me dan over het water naar U toekomen.’ Hij zei: ‘Kom.’ En Petrus stapte overboord, liep over het water en kwam naar Jezus toe. Toen hij lette op de kracht van de wind, werd hij bang, en toen hij begon te zinken, schreeuwde hij: ‘Heer, red me.’ Meteen stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast. Hij zei: ‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?’”, volgens Matteüs 14:27-31, WV.
“Tegen zijn leerlingen zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie, voor een rijke is het moeilijk het koninkrijk der hemelen binnen te gaan. Nog eens zeg Ik jullie: Een kameel komt gemakkelijker door het oog van een naald dan een rijke in het koninkrijk van God.’ Toen de leerlingen dat hoorden, schrokken ze vreselijk en zeiden: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij de mensen kan dat niet, maar bij God kan alles.’”, volgens Matteüs 19: 23-26, WV.
“Nu zei God tegen Abraham: ‘Sarai, uw vrouw, moet u niet meer Sarai noemen; haar naam zal Sara zijn. Ik zal haar zegenen, en ook uit haar zal Ik u een zoon schenken. Ik zal haar zegenen, zodat zij tot volken zal uitgroeien; koningen van volken zullen uit haar voortkomen.’ Toen wierp Abraham zich ter aarde en lachte, want hij zei bij zichzelf: ‘Zou een man van honderd jaar nog een zoon krijgen, en zou Sara die negentig is nog een kind op de wereld brengen?’ “: Genesis 17: 15-17, WV.
“Daarom lachte Sara in zichzelf: Zal ik nog liefdesgenot hebben, nu ik oud geworden ben en ook mijn heer oud is?”: Genesis 18: 12, HSV.
“Loof, volken, onze God;
laat het geluid van Zijn roem horen,
Die onze ziel weer het leven geeft,
en niet toelaat dat onze voet wankelt.
Want U hebt ons beproefd, o God, U hebt ons gelouterd, zoals men zilver loutert.”: Psalm 66: 8-10, HSV.
“Ja, God is goed voor de rechtvaardigen,
goed is Hij voor de zuiveren van hart.
Maar ik – ik was bijna uitgegleden,
het scheelde niets of ik was misgestapt.
Ik was jaloers op die opscheppers,
zag hoe goed het de bozen vergaat:
Hun mond komt de hemel te na
en hun tong gaat tekeer op aarde.
Daarom loopt het volk met hen weg
en slurpt hun woorden als water.
(…) U pakt mijn rechterhand vast.
U leidt mij volgens uw plan,
uiteindelijk neemt U mij met glorie op.”: Psalm 73: 1-3, 9-10, 23-24, WV.
“Halleluja.
Gelukkig de mens die de HEER vreest
en steeds vreugde vindt in zijn geboden:
Zijn hart kent geen twijfel, geen enkele angst,
(…)”: Psalm 112: 1, 8, WV.
“Om te besluiten, nu je alles hebt gehoord:
vrees God en onderhoud zijn geboden;
daar komt voor een mens alles op aan.
Want van alles wat je doet, zelfs in het verborgene,
zal Gods oordeel uitwijzen of het goed is of kwaad.”: Prediker 12: 13-14, WV.