De ander laten zien; je geloof in God delen en daardoor een ander helpen inzicht te krijgen
Dit motto is gebaseerd op onder meer de volgende bijbelverzen:
“En toen zij Jericho uit gingen, volgde een grote menigte Hem.
En zie, twee blinden, die aan de weg zaten, riepen, toen zij hoorden dat Jezus voorbijging: Heere, Zoon van David, ontferm U over ons! (…)
En Jezus stond stil, riep hen en zei: Wat wilt u dat Ik voor u doen zal?
Zij zeiden tegen Hem: Heere, dat onze ogen geopend worden.
En Jezus, Die innerlijk met ontferming bewogen was, raakte hun ogen aan; en meteen werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.”, volgens Mattheüs 20: 29-34, HSV.
“Toen zei de HEERE tegen Mozes: Ook dit woord dat u spreekt, zal Ik doen, want u hebt genade gevonden in Mijn ogen en Ik ken u bij uw naam.
Toen zei Mozes: Toon mij toch Uw heerlijkheid!
Maar Hij zei: Ík zal al Mijn goedheid bij u voorbij laten komen, en in uw aanwezigheid zal Ik de Naam van de HEERE uitroepen, maar Ik zal genadig zijn voor wie Ik genadig zal zijn, en Ik zal Mij ontfermen over wie Ik Mij ontfermen zal.”: Exodus 33:17-19, HSV.
“De HEER sprak tot Mozes: ‘Zeg tegen heel de gemeenschap van de Israëlieten: Wees heilig, want Ik, de HEER uw God, ben heilig.
Strooi geen lasterpraat rond over elkaar en sta uw naaste niet naar het leven. Ik ben de HEER. Wees niet haatdragend tegen uw broeder. Wijs elkaar terecht: dan maakt u zich niet schuldig aan de zonde van een ander. Neem geen wraak op een volksgenoot en koester geen wrok tegen hem. U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben de HEER.”: Leviticus 19: 1-2, 16-18, WV.
“De HEER staat hoog boven alle volken
zelfs boven de hemel staat zijn glorie.
Wie is als de HEER, onze God?
Hij troont in de hemel daar boven,
Hij zorgt voor de aarde beneden.
Wie is als Hij in hemel en op aarde?
Hij tilt de arme uit het stof,
Hij trekt hem omhoog uit het vuil”: Psalm 113: 4-7, WV.
“De wijsheid van een verstandige man is dat hij zijn weg kent (…)
In een hart dat inzicht heeft vindt de wijsheid rust (…)”: Spreuken 14: 8, 33, WV.
“Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is.”: Brief aan de Hebreeën 11: 3, HSV.
“en zonder het geloof is het onmogelijk God welgevallig te zijn; wie bij God wil komen, moet geloven dat Hij bestaat en dat Hij allen beloont die Hem zoeken.”: Brief aan de Hebreeën 11: 6, WV.
“Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.”: Brief aan de Galaten 5: 26, HSV.