Ga naar de inhoud

Motto 38

Eer aan God; erkenning van zijn almacht en zijn grenzeloze barmhartigheid, waardoor wij, ons kerend naar Hem, christelijk mogen zijn (een gedachte voor Pasen)


Dit motto is gebaseerd op onder meer de volgende bijbelverzen:

“En toen zij over deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u.
En zij werden angstig en zeer bevreesd en dachten dat ze een geest zagen.
En Hij zei tegen hen: Waarom bent u in verwarring en waarom komen zulke overwegingen op in uw hart? En Hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.”, volgens Lukas 24:36-38, 44, HSV.

“Toen trad Petrus met de elf naar voren, verhief zijn stem en sprak hen als volgt toe: ‘Joden, inwoners van Jeruzalem, (…)
Israëlieten, luister naar deze woorden! Jezus de Nazoreeër is u van Godswege aangewezen door machtige daden, wonderen en tekenen, die God door Hem in uw midden heeft verricht, zoals u zelf weet.
Volgens Gods vastgestelde plan en met zijn voorkennis is Hij uitgeleverd en hebt u Hem door de hand van wetteloze mensen aan het kruis geslagen en omgebracht.
Maar God heeft Hem laten opstaan door een eind te maken aan de weeën van de dood, want het was onmogelijk dat Hij door de dood werd vastgehouden.
God heeft deze Jezus laten opstaan; daarvan zijn wij allen de getuigen.”: Handelingen 2:14, 22-24, 32, WV.

“Maar Hij is om onze overtredingen verwond,
om onze ongerechtigheden verbrijzeld.
De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem,
en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.
Wij dwaalden allen als schapen,
wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg.
Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen
op Hem doen neerkomen.”: Jesaja 53: 5-6, HSV.

“Hierin bestaat de liefde: niet wij hebben God liefgehad, maar Hij heeft ons liefgehad, en Hij heeft zijn Zoon gezonden om onze zonden uit te wissen.”: 1 Johannes 4: 10, WV.

“Toen zongen Mozes en de Israëlieten ter ere van de HEER dit lied: Ik wil zingen voor de HEER, want Hij is de Hoogste:
De HEER is koning, voor altijd en eeuwig!”: Exodus 15:1, 18, WV.

“Rechtvaardigen, juich om de HEER;
wie oprecht is moet Hem eren.
Oprecht is het woord van de HEER,
alles wat Hij doet getuigt van trouw.
Hij staat voor een rechtvaardig en vast bestel;
de aarde is vervuld van de liefde van de HEER:”: Psalm 33:1, 4-5, WV.

“Loof de HEERE, mijn ziel,
en vergeet niet een van Zijn weldaden.
Die al uw ongerechtigheid vergeeft,
Die al uw ziekten geneest,
Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen.
Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn
en blijft bedenken dat wij stof zijn.
De sterveling – zijn dagen zijn als het gras,
als een bloem op het veld, zo bloeit hij.
Wanneer de wind erover is gegaan, is hij er niet meer
en zijn plaats kent hem niet meer.
Maar de goedertierenheid van de HEERE
is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over wie Hem vrezen.
Zijn gerechtigheid is voor de kinderen van hun kinderen,
voor wie Zijn verbond in acht nemen
en aan Zijn bevelen denken om ze te doen.
De HEERE heeft Zijn troon in de hemel gevestigd,
Zijn Koninkrijk heerst over alles.
Loof de HEERE, al Zijn werken,
op alle plaatsen van Zijn heerschappij.”: Psalm 103: 2-3, 13-19, 22, HSV.