Ga naar de inhoud

Motto 47

God redt, zoals de naam Jezus zegt; verlossing en zegen voor alle volken dankzij Jezus Christus


Dit motto is gebaseerd op onder meer de volgende bijbelverzen:

“Er waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde.  Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor het hele volk. Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. Een week later, toen de tijd gekomen was dat Hij besneden moest worden, kreeg Hij de naam Jezus, die door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.”, volgens Lucas 2: 8-11, 21, WV.

“Het geslachtsregister van Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham. Abraham verwekte Izak, Izak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers;”, volgens Mattheüs 1:1-2, HSV.

“In die tijd antwoordde Jezus (…)
Alle dingen zijn Mij overgegeven door Mijn Vader; en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon, en hij aan wie de Zoon het wil openbaren.
Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.
Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;
want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.”, volgens Mattheüs 11: 25, 27-30, HSV.

“Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Nadat de zon al was ondergegaan, wilde hij op een bepaalde plaats overnachten. Een van de stenen die daar lagen nam hij als hoofdkussen en hij viel op die plaats in slaap.
Ineens stond de HEER bij hem en zei: ‘Ik ben de HEER, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak. Het land waar u op ligt, zal Ik aan u en aan uw nakomelingen geven. Uw nageslacht zal als het stof van de aarde zijn; u zult zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden; om u en uw nakomelingen zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend beschouwen.”: Genesis 28: 10-11, 13-14 WV.

“Daarop liet Jakob al zijn zonen bij zich roepen en zei: ‘Kom allemaal hier,
dan zal ik jullie vertellen hoe het je in de toekomst zal vergaan.
Kom hier en luister, zonen van Jakob,
luister naar Israël, je vader.
Juda, jou zullen je broers bejubelen,
voor jou buigt de vijand de nek,
voor jou zullen mijn zonen zich buigen.
In Juda’s handen zal de scepter blijven,
tussen zijn voeten de heersersstaf,
totdat hij komt die er recht op heeft;
hem zullen de volken gehoorzaam zijn.”: Genesis 49: 1a, 2, 8, 10, NBV21.

“Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen,
hij is mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde,
Ik heb hem met mijn geest vervuld.
Hij zal alle volken het recht doen kennen.
Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet,
hij roept niet luidkeels in het openbaar;
het geknakte riet breekt hij niet af,
de kwijnende vlam zal hij niet doven.
Het recht zal hij zuiver doen kennen.
Hij zal niet uitdoven en niet breken
tot hij op aarde het recht heeft gevestigd;
de eilanden zien naar zijn onderricht uit.
Dit zegt God, de HEER,
die de hemel heeft geschapen en uitgespannen,
die de aarde heeft uitgespreid
met alles wat zij voortbrengt,
die de mensen op aarde levensadem geeft,
en levensgeest aan allen die daar verkeren:
In gerechtigheid heb Ik, de HEER, jou geroepen.
Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden,
Ik neem je in dienst voor mijn verbond met het volk
en maak je tot een licht voor alle volken,
om blinden de ogen te openen,
om gevangenen te bevrijden uit de kerker,
wie in het duister zitten uit de gevangenis.
Ik ben de HEER, dat is mijn naam.
Ik deel mijn majesteit niet met een ander,
noch de lof die Mij toekomt met een beeld.
Wat eertijds werd voorzegd, is nu vervuld
en Ik kondig jullie nieuwe dingen aan,
nog voor ze ontkiemen zal Ik ze openbaren.”: Jesaja 42: 1-9, NBV21.